Red de Brusselse cafés

Cafés bepalen mee de ziel van de stad. Het zijn ideale plaatsen voor sociaal contact, gesprekken, concentratie en vertier. Hoeveel vriendschappen voor het leven zijn er niet gesmeed, hoeveel liefdes zijn er niet ontsproten, hoeveel wereldproblemen zijn er niet aan de toog opgelost, hoeveel scenario’s zijn er niet geschreven, hoeveel liedjes zijn er niet meegebruld, hoeveel ellende is er niet weggedronken?

Een café is bij uitstek laagdrempelig. Van stamgast tot toevallige bezoeker, je bent welkom, ook zonder goedgevulde portemonnee. Je treft in een café een doorsnee van de samenleving aan. Onze democratie kan maar bestaan als er publieke plekken zijn, citeerde David Van Reybrouck in Bruzz de Duitse filosoof Jürgen Habermas. Cafés zijn zulke plekken.

Een goed draaiend café is een bijenkorf die van ‘s morgens tot ‘s avonds gonst van leven. Tot er een doodse stilte intrad tijdens de eerste en tweede lockdown. Cafés zien zwarte sneeuw, want hun bestaansreden – mensen van allerlei pluimage samenbrengen bij een drankje – botst met de grimmige coronarealiteit. Een heropening is nog niet in zicht. Daarom hebben cafés onze steun nodig. Solidariteitsacties uit de eerste coronagolf zoals Café Solidair, Café Courage en Horeca Comeback lopen niet meer, maar je kunt op een andere manier helpen.

Neem nu het Affligem café. Drie jaar geleden openden Esther en Sven deze warme zaak in hartje Brussel tegenover de Beurs. Ze bouwden een mooi cliënteel op: van de pintjes drinkende student over de nagenietende AB-ganger tot de dagsoepslurpende Brusseleir. De eigenaars hebben het na maanden zonder inkomsten moeilijk. De vaste kosten blijven zich opstapelen en het is onzeker of het café nog kan heropenen. Er loopt nu een crowdfundingscampagne in de hoop om 15.000 euro in te zamelen.

Een instituut als Brasserie Verschueren op het Sint-Gillisvoorplein, 140 jaar op de teller, maar alive and kicking, trok vorige week ook aan de alarmbel. In een veel gedeelde video vertelde cafébaas Robert Van Craen dat zijn café aan de rand van het faillissement staat, zoals de hele sector. Hij had aangeklopt bij de eigenaar – een grote brouwerij -, de bank en de overheid, maar botste telkens op een muur. De geldinzameling bij Growfunding is niet bedoeld om de schuldenput te vullen, maar om de vaste jobstudenten te ondersteunen.

Ook bij Moeder Lambic, het excellente biercafé met vestigingen aan het Fontainasplein in het centrum en in Sint-Gillis, staat het water aan de lippen. Het café raamt het geleden verlies op 154.000 euro. De overheidssteun ter waarde van 14.000 euro is een druppel op een hete plaat voor een zaak die 25 personeelsleden telt. De crowdfunding leverde intussen al bijna 25.000 euro op.

(c) Hans de Corte

Café Roskam gooit het over een andere, iets bescheidener boeg. De bruine kroeg in de Vlaamsesteenweg opende een webshop waar je bier, wijn en frisdrank kunt bestellen. Afhalen ter plaatse kan op donderdag en zaterdag.

Café Monk staat bekend om zijn spaghetti bolognaise – ook in vegan versie – en zijn stoofvlees en publiceerde zelfs al kookboeken rond die populaire gerechten. In de webshop De mijne is de beste kun je een stevige portie van die sauzen inslaan. Een Brussels bierpakket is ook mogelijk, of een scheurkalender van De Sprekende Ezels, met onuitgegeven poëzie van meer dan 100 dichters.

Zin in een daiquiri, margarita of negroni? Life is Beautiful in de Dansaertstraat blijft onvermoeibaar cocktails shaken. Je kunt er een of meerdere in de LIB Boutique bestellen en binnen twee uur kun je je drankje afhalen- kant-en-klaar in een mooie fles. Ook levering aan huis is mogelijk en gratis in Brussel. De webshop heeft ook een uit de kluiten gewassen aanbod van sterke drank en barbenodigheden. Ter plaatse kun je ook planten, decoratie en glaswerk aanschaffen.

De keuken van eetcafé Ultime Atome aan de Sint-Bonifatiuskerk in Matongé blijft gewoon open. Je kunt je maaltijd – een Libanese salade, vol-au-vent, een hamburger of spaghetti bolognaise – telefonisch bestellen en ophalen. Of je kunt de diensten inschakelen van Uber Eats of Deliveroo om je eten thuis te laten bezorgen.

Het lijstje is uiteraard niet volledig. Hou je ogen open en zie hoe je je lokale bar kunt helpen om het hoofd boven water te houden. Laat ze ondanks de gedwongen afstand niet los. Hopelijk kunnen we er na de coronacrisis als vanouds het glas hebben op onze gezondheid en op die van de cafébaas. Santé!

Zeg nee tegen geweld tegen vrouwen

De Verenigde Naties hebben 25 november uitgeroepen tot de internationale dag tegen geweld tegen vrouwen. Gezien de coronacrisis ligt de focus dit jaar op intrafamiliaal geweld. De dag gaat ook in Brussel niet onopgemerkt voorbij. Het stadhuis en alle gebouwen op de Grote Markt worden oranje verlicht. Burgemeester Philippe Close noemt huiselijk geweld “een realiteit die we moeten proberen uit te bannen”.

De VN-campagne loopt in totaal 16 dagen, tot 10 december, de dag van de mensenrechten. De internationale vrouwenserviceclub Zonta, die in 1919 in de Verenigde Staten is opgericht, zet haar schouders onder het initiatief. Ook de Nederlandstalige Zonta Club Brussel Zavel engageert zich. Voorzitster is Régine Claeys, in het dagelijkse leven familierechter. We belden haar op.

Wat is de bedoeling van de symbolische actie op de Grote Markt?

We willen de stilte breken. Spreken doet muren doorbreken. We moeten de slachtoffers van huiselijk geweld informeren en sensibiliseren dat ze geholpen kunnen worden. Ook daders kunnen hulp zoeken om met hun agressie om te gaan. Er is met 1712 een gratis hulplijn voor vragen over geweld, misbruik en kindermishandeling. De Franstalige tegenhanger is 0800 30 030, Ecoute Violences Conjugales.

In de media verschijnen berichten dat de lockdown het probleem van familiaal geweld verergerd heeft. Niet voor iedereen is thuis een veilige omgeving. Merk je dat in je praktijk als echtscheidingsrechter?

Ja, ik zie vaak een grote machteloosheid bij vrouwen zonder dat ze een woord hoeven te zeggen. Een beeld zegt meer dan duizend woorden. Fysiek, seksueel en psychologisch geweld draait om niet gekanaliseerde woede en machtsmisbruik. Ook mannen kunnen trouwens het slachtoffer zijn van partnergeweld. Als ik bemiddel tussen ex-echtgenoten en -partners, onderzoek ik of er een weg is die opnieuw leidt naar wederzijds respect.

De cijfers bevestigen de alarmerende trend. Uit een rapport van de Verenigde Naties blijkt dat het aantal gemelde incidenten wereldwijd met 25% tot 100% is toegenomen. De hulplijnen in België kenden bij momenten een verdrievoudiging van het aantal oproepen: van 20 naar 60 per dag.

Heeft de #metoo-beweging ervoor gezorgd dat vrouwen hun stem meer laten horen?

Ja, zoveel vrouwen hebben verteld wat hen overkomen is. Het heeft de schaamte over seksueel geweld doorbroken en de mondigheid aangewakkerd.

Ik ben eigenlijk vrij optimistisch. Geweld tegen vrouwen duikt op in veel beleidsplannen, de politie wordt opgeleid in aangepaste verhoortechnieken, de opvang wordt beter, hulplijnen bieden een luisterend oor.

Waarom ben je zelf lid geworden van Zonta?

Ik voel mezelf bevoorrecht als vrouw en wil ook een verschil maken in het leven van andere vrouwen. Mijn motto is ‘honour and empower women’. Als voorzitster werk ik in 2020 rond inclusie en diversiteit. We nodigen in onze vergaderingen interessante spreeksters uit en steunen sociale projecten om het lot van vrouwen te verbeteren. We zijn 32 beroepsactieve vrouwen die aan hetzelfde zeel trekken.

Meer info vind je op de website van de VN en bij Zonta Club Brussel Zavel.

Covidtest in een partytent

De kant met de bomen of de kant die is opengebroken? Moeilijk kiezen altijd hier. De kant met de bomen lijkt logisch, maar altijd ligt er een dode rat. Dat weet ik, en toch schrik ik er iedere keer weer van. Omdat ik telkens hoop dat er deze keer eens geen dode rat zal liggen. Het is donker, het regent hard. Toch maar de kant waar de smalle stoep is opengebroken en waar ik een stuk op de straat moet lopen, dicht bij het drukke verkeer.

Nu nog voorbij verschillende sluikstorthopen. Deze buurt maakt me altijd moe. Toch kom ik naar hier om me beter te voelen. Ik ben blij dat ik vandaag nog kon komen.
Vanmiddag kreeg ik een bericht:
Om 18u hebben wij nog een plekje in de tent.
P.S.: De koning is net op bezoek geweest bij ons!
Het informele  van de laatste mededeling verbaasde me enigszins. Maar ik kon het enthousiasme wel begrijpen. Een buurt vol afval en dode ratten is niet meteen de biotoop van de koning.

Straks geef ik online les. Met wat geluk ben ik tijdig terug thuis. Ik kom bij de tent, een beetje te vroeg. Ik mag in de voortent wachten. Ironisch. Deze partytent in een tijd zonder party’s, deze zonnetent in de herfst. Er hangen zelfs feestelijke vlaggetjes. Iemand hier heeft gevoel voor humor. Of hangen ze er omdat de koning op bezoek was?

Hij verwelkomt me hartelijk. Ik ken hem niet, heb hem hier nog nooit gezien. Ik mag in het achterste deel van de tent plaatsnemen, een klein apart kamertje. Hij stelt me direct op mijn gemak. Hij tikt mijn gegevens in op zijn computer. Hoe primitief ook, alle materiaal is hier voorzien.

Ik zeg dat ik blij ben dat ik zo snel mocht komen, want dat ik nog les moet geven. ‘Toch niet in de klas? Als je nu hier bent, is dat geen goed idee.’ ‘Nee, vandaag online. Maar anders wel nog in de klas, in kleine groepjes, mijn cursisten hebben dat liever.’ ‘Mogen zij dat zelf beslissen?’ vraagt hij. ‘Dan zijn het zeker geen kinderen.’ Ik vertel hem over de volwassenen uit mijn klas.

Ik zeg dat ik bezorgd ben, me niet meer zo veilig voel de laatste tijd. Vooral op het openbaar vervoer. Hij begrijpt me. ‘Ik kom ook elke dag met het openbaar vervoer naar het werk, ja, het is erg.’

Hij kijkt in mijn keel, luistert naar mijn longen. Ik vraag me af hoe hij mijn ademhaling kan horen doorheen de regen die op de tent klettert. Hij is opvallend goed gehumeurd. Op deze donkere, natte avond, in deze sombere buurt en met de zorgen en het vele werk die de epidemie met zich meebrengt? Ik kan het niet goed rijmen. Het zal een overlevingsstrategie zijn. Of is hij nog feestelijk gestemd door het bezoek van de koning?

‘Dit zal niet je aangenaamste moment van de dag zijn,’ zegt hij vrolijk, met het lange dunne buisje in zijn hand. Ontspan je goed.’ Het voelt zoals water in je neus krijgen bij het zwemmen, maar dan tien keer erger. Als het voorbij is, voel ik het nog steeds prikken in neus en oor. ‘Zo, het is al gedaan!’ Hij maakt het staal klaar voor verzending naar het labo. Opgewekt licht hij me in over het vervolg.

‘Bent u hier een vaste arts? Ik heb u hier nog nooit gezien.’
‘Ik loop hier een jaar stage. Ik heroriënteer me.’
‘Wat deed u dan vroeger?’
‘Ik was advocaat. Daarom dat ik zoveel praat!’

Ik zie hem in een zwarte toga in de rechtbank, dan weer in zijn witte doktersjas met korte mouwen in de zonnetent in de regen. Ik begrijp goed dat hij dit zoveel liever doet. Ik vraag me af hoeveel jaar hij gestudeerd zou hebben. Ik vertel hem dat ik me ook geheroriënteerd heb, dat ik bediende was en nu sinds twee jaar leerkracht. ‘Ik heb grote bewondering voor u!’ zeg ik.

‘Ik ook voor u!’ We lachen, nemen afscheid, ik wil naar buiten door de voortent, maar nee, er is een aparte uitgang. Hij houdt een flap aan de zijkant van de tent voor me open. Rechtstreeks, zonder eerst mijn paraplu te kunnen openen, stap ik de gietende regen in. Het deert me niet meer.

Ik zal goed op tijd thuis zijn voor mijn avondles.

Deze bijdrage verscheen eerder op de blog De rode valies. Verhalen uit Brussel.

De wereld heeft meer Conny's nodig

Nepzonlicht wekt me om zes uur. Even vloek ik. Dan sta ik op. Ik doe dit graag voor de cursisten van mijn school, voor de zieke collega die ik vanochtend zal vervangen.

Ik neem tram 19 tot halte De Wand. Het is gelukkig nog rustig op de tram. Het vroege opstaan is al vergeten wanneer ik bij De Wand in de verte de echte zon zie opgaan. Door het winteruur wordt het ’s ochtends weer vroeger licht. Elk jaar is het thuiskomen in het winteruur.

Nu nog een wandeling van een half uur, de bus nemen lijkt me geen goed idee. Er zijn meerdere scholen op mijn traject. Bus 53 zit op dit uur altijd vol met tieners en jonge kinderen en hun ouders. Dagelijks maak ik risicoanalyses en nieuwe regels: tram 19 kan nog, bus 53 niet meer.

Ik wandel langs de lange Versailleslaan, een chique naam voor een laan die verdeeld is in vrijstaande paleizen waarvan je alle kamers nooit kunt bewonen en mistroostige woonblokken waarin te veel mensen samenhokken. Ik loop voorbij een parel van jarenzestigarchitectuur, de villa Zonnewende van Roger De Winter. In de sociale woontorens verderop zien ze de zon net iets anders draaien.

In het centrum van Heembeek loop ik langs de kleine zeventiende-eeuwse Sint-Niklaaskerk, die al vele jaren een cultureel centrum is. Het doet me hier steeds aan een Frans dorpje denken. Ik wandel voorbij de bakker waar ik vorig schooljaar vaak een croissant ging kopen, de zaak waar ik mijn cappuccino ging halen en voorbij het Italiaanse restaurant waar mijn man en ik op een feestelijke avond in januari pizza aten, nadat we een mooi jazzconcert hadden bijgewoond. Moeten we vaker doen, zeiden we. Hoe onbezorgd we toen nog waren.

Rond acht uur kom ik aan bij het Peter Benoitplein, met zijn imposante Sint-Pieter en Pauluskerk in art-decostijl. Rechts ervan ligt de plek waar ik moet zijn, gemeenschapscentrum Nohva. Een modern gebouw dat je door zijn grote patio, zijn vele licht en warme houten balustrades met open armen ontvangt. Vorig schooljaar gaf ik hier met veel plezier les aan een fijne groep van zes. Tot het op dertien maart plots stopte en ik online moest doorgaan. Zonder afscheid ben ik vertrokken. Als er één ding is wat ik liever vermijd: vertrekken zonder afscheid.

De hoofdingang is nog dicht, maar de schoonmaakster ziet me en laat me binnen via de achterdeur. Ik ben blij dat ze me nog herkent met mondmasker, na al die tijd. Ik ben hier welkom, mag hier nog zijn, moet hier vanochtend zijn, ik word verwacht. Hoe niet vanzelfsprekend dit geworden is.

Ik voel tegelijk dankbaarheid omdat mijn job me toelaat nog mensen te ontmoeten en angst die me doet verlangen naar een nieuwe quarantaine. Met die angst valt het beter mee dan in het voorjaar, toen ik binnen mocht blijven en elk risico kon vermijden. Zoals je je angst voor slangen overwint door het beest vast te pakken en vliegangst door op het vliegtuig te stappen, zo vermindert de angst voor dit virus als je geregeld buitenkomt. Maar de laatste dagen is ze weer toegenomen, ik voel het virus steeds dichterbij komen.

Aan het onthaal zit niemand. Zal er nog iemand komen? Gisteren is beslist dat de culturele instellingen in Brussel weer op slot gaan. De deur naar het café is gesloten. Vorig jaar dronk ik in de pauze graag koffie bij Conny. Zij runt het dienstencentrum hier. Senioren kwamen er rummikub spelen en breien, koffie drinken en eten, hun verjaardag vieren en dansen op de maandelijkse party. Tijdens de pauze kwam ik hier met mijn cursisten. We werden bediend door vrijwilligers, gepensioneerden die in dit werk een plezierige en zinvolle bezigheid hadden gevonden. We interviewden hen eens voor het thema vrijwilligerswerk, hun enthousiasme was aanstekelijk. Hoe zou het met hen gaan, nu een wrede ziekte vooral mensen van hun leeftijd treft?

Ik ga naar boven, naar mijn klas. Door mijn plotse vertrek is didactisch materiaal van mij achtergebleven in de kast: een galgje-spel en een stilstaande klok. Pas nu ik het opschrijf, besef ik hoe symbolisch het is.

De volgende dag valt de BRUZZ in de brievenbus. Ik sla hem open. Verrast zie ik een foto van Conny. Het bijbehorende interview beantwoordt mijn vraag van de vorige dag. Conny vertelt dat ze niet heeft stilgezeten tijdens de quarantaine. Ze heeft gestreden tegen angst en eenzaamheid in haar gemeente.

Toen de coronacrisis losbrak, schoot ze meteen in actie. De telefoonnummers van de zeshonderd gebruikers van haar dienstencentrum verdeelde ze onder de vrijwilligers. Zij belden iedereen wekelijks op, zetten boodschappentandems op, zorgden voor maaltijden aan huis, naaiden zevenduizend mondmaskers en organiseerden gespreksnamiddagen over het opstellen van een levenseindeplan.

(c) Saskia Vanderstichele

Op de foto in de krant zit een dame van een jaar of tachtig de deuropening van haar woonst, op haar rollator. Voor haar deur is een stenen trap, zou ze daar nog op en af geraken? Onderaan die trap zit Conny. Halverwege de trap, tussen beide dames in, zit het schoothondje van de oude dame. Conny’s linkerhand aait hem. Met haar rechterhand ondersteunt ze haar hoofd, zoals mensen vaak doen wanneer ze aandachtig luisteren.

Wat me ontroert in deze foto: de kwetsbare persoon kijkt naar beneden, de ondersteuner naar boven. Het is geen toeval. In haar bolderkar neemt Conny altijd een vouwstoel mee, zodat ze bij deurbezoeken op dezelfde hoogte als mensen in een rolstoel zit. Ook in de schaduw achter de dame staat iemand. Ze is goed omringd. We doen het zo vaak anders, gaan boven iemand staan, vaak ook met goede bedoelingen.

Conny vertelt hoe ze een eenzame vrouw in contact bracht met haar Afrikaanse buurman. De twee hadden nog nooit met elkaar gesproken. Nu doet de man boodschappen voor zijn buurvrouw. Als elk appartementsblok een bruggenbouwer had, dan zouden we vandaag minder moe zijn, besluit Conny.

(c) Saskia Vanderstichele

Wat een blij weerzien. Ik wens de wereld meer Conny’s. Mensen met de vinger aan de pols van de samenleving. Die met hun kleine verhalen van elke dag de vinger op de wonde weten te leggen. Ik wil ze graag horen, lezen. Mensen die luisteren zonder vooroordelen, verbinden en strelen. Met een inspirerende daadkracht. We hoeven deze tijd niet lijdzaam ondergaan. Een vouwstoel kan volstaan.

Lees ook het interview met Conny Roekens van Steven Van Garsse in BRUZZ.

Met veel dank aan Saskia Vanderstichele voor haar mooie foto’s!

Deze bijdrage verscheen eerder op de blog De rode valies. Verhalen uit Brussel.

Wat bezielt die Brusselse jongeren toch?

Een grote groep Brusselse jongeren, voornamelijk met migratieachtergrond, worden niet bereikt via klassieke media en lappen de coronamaatregelen aan hun laars. Dat is kort samengevat de boodschap die op 21 oktober in ‘De Afspraak’ weerklonk. De verontwaardiging in de studio was voelbaar. Hoe kan het toch dat die jongeren deze situatie niet serieus nemen? Hoe onverantwoordelijk om zich wantrouwig op te stellen en niet mee te werken aan dit gezamenlijk doel!

De verontwaardiging deed me een beetje denken aan iemand die vol ongeloof vaststelt dat het binnen regent in het huis dat hij of zij al jaren verwaarloost.

Want uiteraard kunnen WIJ ons niet voorstellen dat de urgentie van de situatie niet doordringt tot die groep jongeren. Wie op een of andere manier met hen in grootsteden in contact komt, van leerkracht, jeugdopbouwwerker tot politieagent, zal ik niet moeten overtuigen van een andere, veel pijnlijkere ‘waarheid’. Deze jongeren hebben een fundamenteel wantrouwen tegenover de maatschappij en zijn instituties. Van VDAB (of Actiris), school, openbare omroep tot politie. Vraag aan deze jongeren naar hun ‘rating’ van deze diensten en je mag er van op aan dat er meer dan één mediacampagne of Instagram-account nodig is om hier iets aan te veranderen. Het probleem wortelt veel dieper.

Want zeg nu zelf, als je dit leest is de kans groot dat school een plaats is waar je een diploma hebt gehaald? Wel, voor hen is dat een plaats waar je geschorst wordt. Voor jou is politie er om je te beschermen, voor hen is het iemand die je te pas en te onpas fouilleert of je identiteitskaart opvraagt. Voor jou helpt VDAB je om je droomjob te vinden, voor hen zijn het jobaanbiedingen waar je toch niet voor in aanmerking komt.  En ga zo maar door.

Uiteraard gaat dit niet voor allen op, toch is de vaststelling dat voor jongeren in sommige Brusselse straten geen enkel bewijs van het tegendeel voorhanden is. In dat klimaat van wantrouwen gaan fake news en complottheorieën binnen als zoete broodjes. Om dat te zien hoef je geen panel van experts in te huren.

Doordat we zo’n fundamenteel andere kijk hebben op welke kansen de samenleving ons biedt zitten we nu met velen hoofdschuddend te kijken naar die Brusselse ‘probleemjongeren’. Onze samenleving spoort op twee snelheden, met een steeds groter wordende groep die al veel te lang achterop hinkt en zijn achterstand als onoverbrugbaar ziet. Het is simpelweg het gevolg van een structurele verwaarlozing van een ganse generatie.

Maar genoeg vaststellingen en pessimistische boodschappen. Jongeren zijn fundamenteel veerkrachtig, want hun leven ligt voor en niet achter hen. Ze willen, net als u en ik, dromen, plannen maken voor hun toekomst en beter doen dan hun ouders. En deze crisis heeft één voordeel: het wrakhout van onze maatschappij is komen bovendrijven en we weten allemaal dat er iets móet veranderen. We zien de juiste intenties ook bij beleidsmakers, bijvoorbeeld door in te zetten op influencers om deze werelden weer dichter bij elkaar te brengen. Maar zo gaan we er niet geraken. Het onderliggende probleem zit bij het fundamenteel wantrouwen in elkaar. Het momentum is daar om het structureel over een andere boeg te gooien.

Scholen moeten omgevingen worden die je nooit laten vallen en die sociale gelijkheid in de hand werken. Politiemensen moet de wijken opnieuw leren kennen en weten wat er speelt. Want als alleen interventieploegen actief zijn in een wijk dan heeft de politie daar maar één gezicht waar vooral naar gespuwd zal worden. Het lijstje is eindeloos. Al die diensten en instellingen moeten een herkenbaar gezicht krijgen en de hand uitsteken. Straathoekwerkers en jeugd(opbouw)werkers weten het al jaren. Van achter een bureau is nog geen enkele band met een jongere ontstaan, laat staan via digitaal contact. Geef deze mensen dus de ruimte om alle jongeren te bereiken en gebruik hun expertise ook op andere terreinen.

En de jongeren zelf, hoor ik je denken? Wel, die dragen natuurlijk ook een verantwoordelijkheid. Een die ze willen opnemen zoals we dat zelf ook wilden toen we jong waren. Maar ze nemen die enkel als er ook in hen geloofd wordt. Als we hen zeggen dat we dit verhaal samen schrijven en zeggen dat er wél een toekomst is voor hen. We zouden kunnen beginnen met een blijk van bewondering voor alle jongeren die de maatregelen wél respecteren en dat doen in keiharde omstandigheden. Dat werkt beter dan een beschuldigende vinger vanuit een ruime woonkamer met haardvuur.

En tot slot. Laten we voorbij het gevoel van verontwaardiging gaan over wat we nu zien. Laten we deze jongeren een hand reiken en het huis herstellen. Want we wonen onder hetzelfde dak.

Jan Langeraert schreef dit opiniestuk. Hij is medewerker bij Groep INTRO en jeugdwerkadviseur in de Vlaamse Jeugdraad.

Alhambrawijk kreunt onder drugs- en prostitutieoverlast

Beste burgemeester Philippe Close

De laatste weken is de drugs- en prostitutieoverlast weer enorm toegenomen in de wijk. De situatie nu lijkt nog intenser dan die van 2018, toen we drie dagen lang de overlast in de Alhambrawijk hebben gefilmd.

Openlijk druggebruik, het roken van crackpijpen, drugsdeals in het zicht van iedereen, inbraken en vandalisme, vechtpartijen, geroep en getier, ruzie onder gebruikers, prostituees en klanten, enz. Het is alsof wij bewoners voor het drugs- en prostitutiemilieu helemaal niet bestaan.

Covid maakt het er niet gemakkelijker op. Enerzijds zien we prostituees ronselen op straat zonder masker over de neus. Anderzijds kunnen de bewoners de openbare ruimte niet gebruiken – nochtans een noodzaak in tijden van corona – omdat er grote groepen junkies door de straten waren. Het is dagelijks slalommen tussen miserie, arrogantie, ruzies, maar ook menselijke uitwerpselen, urine, achtergelaten vuil, enz.

Vanuit onze ramen zien we hoe grote groepen prostituees, junkies, klanten en dealers in tijden van corona de meest elementaire maatregelen niet respecteren. Als wij daartegen een ‘speelstraat’ organiseren met alle nodige voorzieningen en vergunningen van de stad krijgen we tot viermaal controle van de interventiepolitie.

De hele dag door zijn er incidenten waarvoor we de 101 moeten bellen.

Een tijd geleden was er een steekpartij tussen drugsverslaafden aan de KVS. Deze keer geen dode, maar de Lakensestraat en alle zijstraten werden om een forensisch onderzoek mogelijk te maken een tijdlang voor het verkeer afgesloten.

Een prostituee werd onlangs beroofd in de Koopliedenstraat en schreeuwde minutenlang de hele wijk bijeen. Wel vijftien bewoners keken vanuit hun raam om te zien wat er gebeurde. Dag en nacht voor overlast zorgen, maar dan wel op de hulp van de omwonenden rekenen in geval van nood.

Heroïneverslaafde prostituees werken klanten overdag openlijk af op straat zoals onlangs nog in de Van Gaverstraat, de Pelikaanstraat en heel dikwijls in de Bloemenstraat of aan de inrit van de garages van The Cosmopolitan.

Sommige klanten maken ongegeneerd misbruik van sekswerkers die in precaire omstandigheden leve, maar als je hen daarop aanspreekt dan riskeer je niet alleen een agressieve reactie van de klant maar ook van de prostituee.

Een prostituee heeft een bewoner in het gezicht gespuwd en dan gezegd dat ze covid heeft. Hij heeft klacht tegen haar ingediend.

Dus, ‘Mond houden, deur achter u dichttrekken en negeren wat er op straat gebeurt’, dat lijkt wat er van ons verwacht wordt maar voor de meeste bewoners – dikwijls geëngageerde mensen die zich op allerlei manieren inzetten voor een leefbaardere stad – is dat een onmogelijke opgave. De frustratie is daarom heel groot momenteel.

Zoals u weet ijveren wij als wijkcomité al sinds 1999 voor structurele maatregelen om de prostitutie- en drugsoverlast aan te pakken.

Onze video van 2018, toen we drie dagen lang de drugoverlast hebben gefilmd, heeft mede de aanzet gegeven tot de opstart van een gebruikersruimte op het grondgebied van de Stad Brussel, een initiatief dat we altijd hebben gesteund.

We zijn nu jaren verder en de gebruikersruimte – nochtans helemaal af – heeft nog altijd de deuren niet kunnen openen om administratieve redenen.

En zo ook met de prostitutieproblematiek. Er moeten oplossingen gevonden worden op regionaal, liefst federaal niveau. Enkel zo kan een kader gecreëerd worden dat fatsoenlijke leef- en werkomstandigheden garandeert voor de sekswerkers. U kunt zich voorstellen dat deze ambitie ons als buurtcomité ver te boven gaat. Maar het is wel degelijk de taak van onze politici en alle bevoegde administraties om tot zo’n kader te komen.

Ondertussen willen we dat de stad en de lokale politie alle middelen aanwendt om de afwerkhotels en prostitutiecafés in onze woonwijk voorgoed te sluiten en zo de daarmee gelieerde overlast op straat aanpakt. Drugs en prostitutie horen niet thuis in een woonwijk, niet nu en ook niet in de toekomst.

1. We hadden een update gewild van hoever de stad nu precies staat in de aanpak van de afwerkhotels en de prostitutiecafés in de wijk. We begrijpen dat u het momenteel druk heeft met het toepassen van de covid-maatregelen maar de afgelopen zes maanden hebben we geen enkel antwoord van uw kabinet meer gekregen op onze mails. Nochtans staat u bekend voor een nabijheidscommunicatie en heeft u ons bij het begin van uw legislatuur tweemaandelijkse vergaderingen beloofd.

2. Wat de lokale politie betreft, we beseffen dat nu met covid de maandelijkse vergaderingen niet kunnen plaatsvinden. Wel hadden de wijkregisseurs veel beter hun rol kunnen opnemen door ons via mail te informeren over nieuwe richtlijnen en beslissingen die belangrijk zijn voor de wijk. Van de wijkregisseurs hebben we sinds maart bijna niets meer gehoord, en dat ondanks onze mails met vraag naar informatie.

Gelukkig hebben we een proactieve wijkagent die ons wel op regelmatige tijdstippen informeert, over het verplicht dragen van mondmaskers door de straatprostituees bijvoorbeeld, of de nieuwe voorschriften voor de afwerkhotels, de openingsuren van de nachtwinkels, enz. Informatie maakt voor ons echt wel een verschil uit. Het geeft perspectief en houvast.

3. We vragen een strikte toepassing van alle covid-maatregelen:

Het mondmasker is verplicht voor iedereen, ook voor de straatprostituees, de uitbaters van de nachtwinkel aan de KVS en het personeel in de prostitutiecafés. In dat opzicht zijn ze niet anders dan u of ik, of al het reguliere horecapersoneel in de wijk dat de hele dag door met masker op moet werken.

De afwerkhotels noteren de namen en telefoonnummers van hun klanten niet. Ook daar moet controle op komen. Het kan toch niet dat een man van bil gaat met een prostituee en dan gewoon huiswaarts keert zonder contactgegevens na te laten. In geval van een besmetting kunnen de bevoegde instanties die klant niet traceren, en zo komt zijn eigen gezondheid, maar ook die van zijn familie, vrienden, collega’s en andere klanten in gevaar.

De nachtwinkels moeten ’s nachts dicht en mogen na middernacht niet nog stiekem alcohol verkopen zoals de nachtwinkel aan de KVS dat doet.

Om een efficiënte controle te kunnen uitvoeren zou de lokale politie meerdere malen per dag te voet en in burger door de wijk moeten patrouilleren. We hopen dat die controles er zo snel mogelijk komen want de situatie momenteel is onhoudbaar.

Meneer de burgemeester, dit is alweer een noodkreet van een woonwijk in moeilijkheden. We hebben uw hulp nodig, want we worden overspoeld door drugs en prostitutie.

We hopen dat u met ons communiceert en dat u de lokale politie de opdracht geeft om een duidelijk actieplan op te stellen.

We zijn als bewoners van de Alhambrawijk wel wat gewoon. We begrijpen dat het speciale tijden zijn en dat ook andere wijk hun problemen hebben. Maar aan alles zit een grens en die is sinds enige tijd overschreden.

Alvast bedankt voor uw reactie.

Comité Alhambra

Het Comité Alhambra stelt zich tot doel om de leefbaarheid van de wijk rond de Lakensestraat te verbeteren en de belangen van de bewoners en handelaars te verdedigen. De groep heeft een tweetalige website en is erg actief op Facebook

Flower place

Een voluptueuze dame, gehuld in een verlepte bloemetjesjurk en voorzien van een bijbehorend Oostblokaccent, spreekt me aan in de buurt van het Brusselse Centraal Station. ‘Excuse, where flower place?’ Daar heb ik niet zo gauw van terug. ‘Flower place?’

‘Yes, nice flower place.’ Zo, dat vermindert meteen het aantal zoekresultaten drastisch. ‘I show’, zegt ze, en steekt de hand in eigen boezem. Uit bovenvermelde jurk haalt ze niet waar ik even aan gedacht had, maar een stuk van een doorweekt krantenartikel. Ze heeft het zo te zien warm gehad.

Op de foto bij het vochtige artikel kan ik nog net met enige moeite de Grote Markt onderscheiden, versierd met een bloementapijt, zoals dat om de twee jaar enkele dagen in augustus te bewonderen valt. Alleen is het nu geen augustus, niet die paar dagen, en bovendien net dat andere jaar.

‘Is not now’, verval ik in haar pidgin-Engels.
‘You not know?’ begrijpt ze. ‘OK, I ask other person.’

Het Bloementapijt is dit jaar afgelast door de coronacrisis. Het evenement wordt op op zaterdag 15 augustus vervangen door een klank- en lichtspel op de Grote Markt, dat ook te volgen is op Facebook Live (zie Facebookpagina Flower Carpet en website van Stay Safe Events).

Roger Delahaye schrijft stukjes. Een bloemlezing verschijnt in december in zijn boek ‘Stukjes metaal’.

'Je wordt niet geboren als racist'

Beste lezer,

We lezen vandaag veel opinies over de Brusselse jongeren, maar we komen zelf amper aan het woord. Het lijkt wel alsof wij niet in staat zijn om na te denken. Daarom besloten we jullie een brief te schrijven.

GO! Atheneum Ukkel

We beleven al jaren en jaren een oorlog die nooit zou moeten bestaan. Iedereen is gelijk, maar dat voelt niet voor iedereen zo aan en eigenlijk doen we daar weinig aan.

We zijn opgegroeid in een buurt met veel nationaliteiten. Racisme hebben we op de televisie leren kennen.

Toch bestaat het niet in slechts één land of dorp, maar overal op de wereld. Ook bij ons. Als Mamadou iets steelt, zal zijn juridische straf groter zijn dan die van Paul en Rayan Ben Moussa zal moeilijker een job krijgen dan Stephane Vandenput. Mensen van buitenlandse afkomst hebben het nu eenmaal moeilijker om een appartement te vinden en wanneer we niet blij zijn met iets, moeten we terugkeren naar ons land van herkomst.

We zijn in Brussel geboren en hebben dus een Belgische nationaliteit. Velen van onze ouders zijn afkomstig van Turkije, Marokko, Italië of Pakistan, dus hebben we een andere achtergrond. We kunnen zowel Nederlands als Frans spreken en schrijven, wat betekent dat we de twee talen die in België gesproken worden beheersen. Wat kunnen we nog meer doen om overal als Belg gezien te worden?

Brussel is de hoofdstad van België, maar ook de plaats waar wij wonen. Het is een multiculturele stad met verschillende nationaliteiten. We voelen ons hier thuis en iedereen is vriendelijk tegen elkaar. De stad geeft ons de mogelijkheid om andere nationaliteiten te leren kennen en te zien dat de wereld niet klein is, maar groot met een rijkdom aan culturen.

Vlaanderen is een gebied waar weinig allochtonen wonen. We krijgen vaak het gevoel dat we er niet welkom zijn. De mensen kijken ons vies aan of groeten ons niet als onze wegen kruisen. We weten dat niet alle Vlamingen zo zijn. Maar waarom kijken sommige mensen buiten de hoofdstad ons zo raar aan, terwijl de dochter van de buurman misschien in Brussel studeert en verliefd zal worden op iemand met een andere achtergrond?

Ook tijdens het gamen horen we vaak racistische uitspraken. Een gamer die niet tegen zijn verlies kan, scheldt andere gamers vaak uit voor ‘neger’, ook al zijn ze geen kleurlingen.

Er is geen mirakeloplossing, maar we moeten ervoor zorgen dat geen enkele medebewoner van deze planeet geïsoleerd geraakt. Je wordt niet geboren als racist, je leert het aan van je familie of de mensen rondom je. Ouders moeten hun kinderen van jongs af aan leren dat het normaal is dat iedereen anders is. Die kinderen kunnen dat dan aan hun eigen kinderen leren. Zo zal racisme hopelijk langzaamaan verdwijnen.

Blijf zelf leren en jezelf evalueren en doe iets wanneer je het ziet, of het nu op een feest, thuis of gewoon buiten met vrienden is. Wij hopen dat er iets verandert en dat er iets moois komt uit deze moeilijke tijd. De grootste oplossing ligt bij onszelf.

Hierbij nodigen we u uit om samen iets te gaan eten in het hartje van Brussel waar iedereen welkom is. We wensen u alvast veel geluk en moed in uw leven en misschien tot binnenkort.

We kijken ernaar uit om u te leren kennen.

Hartelijke groeten,

Yanis, Nora, Luca, Hamza, Dina, Madelyne, Arno en Ayoub

De leerlingen van het vijfde jaar van GO! Atheneum Ukkel schreven een open brief naar aanleiding van het huidige debat over racisme. Yanis (17) getuigde in de radiostudio van Bruzz.

And we sing, it's all right

Bruxelles Zingt, het kleinere broertje van het Bal National op het Vossenplein, zal deze zomer niet kunnen plaatsvinden. Maar tijdens de lockdown hebben veel Brusselaars op hun balkon hun zoetgevooisde stem laten horen. Bozar gaat door op het elan en nodigt iedereen uit om op zondag 7 juni aan zijn raam of aan zijn voordeur mee te zingen met The Beatles. “Here comes the sun / And I say, it’s all right.”

Singing Brussels Celebration is een ode aan samen zingen. Het evenement lokte de voorbije jaren tweeduizend zangers uit diverse gemeenschappen van Brussel naar de Bozar.

In het door corona besmette jaar 2020 gaat het event noodgedwongen digitaal. Van ‘s morgens tot ‘s avonds kun je via Facebook verschillende workshops volgen over zingen, ritme en ademtechnieken. Deelnemers kunnen onder meer genieten van Afrikaanse en Aboriginalliedjes, beatbox en een webinar van Paul Smith, oprichter van de Britse a-capellagroep Voces8.

Het slotakkoord, om 20.05 uur, vormt het gezamenlijke zangmoment ‘Live, Love Sing!’. De publieke radiozenders (Radio 1, Radio 2, Klara, StuBru, MNM, La Première, Musiq’3, Classic21, Pure, VivaCité en BRF) zullen dan ‘Here Comes The Sun’ spelen en iedereen mag op zijn balkon of voor de deur meezingen. Bozar verwacht een moment om samen te delen, een ogenblik van eenheid en veerkracht. Deelnemers mogen hun filmpje delen, zodat er van alle inzendingen een filmpje van een virtueel koor gemaakt kan worden, dat via de sociale netwerken gedeeld zal worden.

Meer info vind je op de website van Bozar en de Facebook-pagina van Singing Brussels Celebration. De tekst van het nummer van George Harrison oefenen kan op YouTube.

Een zwembad voor Vorst?

De meeste mensen kennen het moeras achter Wiels en Brass in Vorst, een kunstmatige toevallige vijver die een hotspot van biodiversiteit werd. Maar kent u de grote site verder naar het westen, tussen de treinsporen en langs de Zenne die hier openlijk stroomt? Een geweldige plek voor een (openlucht) zwembad!

Beide plaatsen maken deel uit van een gebied dat Vorst-aan-de-Zenne heet en vormen momenteel het onderwerp van een stedenbouwkundige studie voor een masterplan om de herontwikkeling van dit gebied te definiëren. De zone rond het moeras en Wiels heet AWBC, de andere zone langs de Zenne heet Charroi. Het wordt momenteel nauwelijks gebruikt en vormt een vergeten eiland tussen infrastructuren. De studie voor het masterplan voorziet in een openbaar park met sportfaciliteiten en socio-economische activiteiten. Hoewel we het zwemmen in het moeras niet als realistisch beschouwen, geloven we dat een zwembad perfect zou passen op de Charroi-site!

Een openluchtzwembad kan in de zomer een grootstedelijke attractie worden. Buiten de zomermaanden, overdekt met een dak, kan het voorzien in de behoefte van Vorst aan een zwembad omdat Vorst een van de weinige gemeenten is zonder eigen zwembad. Vandaag de dag is het moeilijk om de nodige zwemlessen te organiseren voor de kinderen van Vorst, omdat de zwembaden van de naburige gemeenten de vraag niet aankunnen. Buitenzwembaden die ook in de winter gebruikt worden, heb je bijvoorbeeld al in Londen, Parijs, Berlijn en Wuppertal.

De zonneweide rond het zwembad en sportvelden kunnen deel uitmaken van het openbare park of kunnen deel uitmaken van het buitenseizoen. En een zwembad is ook een socio-economische actor die integratieve werkplekken biedt.

Wij denken dan ook dat de Charroi-site de juiste plek is voor een zwembad. En als u het ermee eens bent, nodigen we u uit om dit idee te delen met de gemeente Vorst en de ontwerpers van het masterplan tijdens de momenteel lopende fase van de publieksenquête.

Je kunt een document met verschillende scenario’s en ideeën downloaden via deze link.

Neem deel aan de enquête tot zondag 24 mei 2020. Er zijn minstens twee punten om het idee voor een zwembad te vermelden: vragen 5 en 6. Voel je vrij om te schrijven wat je in gedachten hebt. Pool is Cool heeft echter een kleine tekst voorbereid die je kunt gebruiken.